
30 december Droogtetolerante HYDRANEO-maïsrassen: de sleutel tot betaalbare productie van melk en vlees
Droogtestress is de laatste 5 jaren erg actueel. Denken we maar aan de zomers ‘18, ‘19, ‘20 en ‘22. Ondanks het feit dat maïs een subtropisch gewas is, merken we erg vaak droogtestress op: bladeren die opkrullen tijdens de heetste momenten van de dag, laat gezaaide maïs die niet langer wordt dan 1 meter, slecht gevulde kolven als gevolg van een hittegolf tijdens de bloei, of zelfs planten zonder kolf als het eind mei-juni al kurkdroog was… Het gevolg laat zich raden. In plaats van normale opbrengsten van 60 ton of meer per hectare wordt er nog 20-30 ton geoogst. Dit zijn enorme verliezen voor de ganse sector. Want eigen ruwvoeders maken tot wel 30% uit van de kostprijs van de melk. Dus onvoldoende ruwvoeders zorgen voor een erg hoge kostprijs.
Hoe kunnen we ons verzekeren van een hogere opbrengst, ondanks de hitte en droogte? In de eerste plaats zijn er de gekende maar wel erg belangrijke teelt-technische tips om
het water in de bodem vast te houden, en dus voor een betere oogst onder droogtestress (en hittestress):
- Zaai tijdig (vanaf een minimale bodemtemperatuur van 8 °C)
- Neem een vroege grassnede en zaai onmiddellijk de maïs (vóór 1 mei)
- Niet kerende grondbewerking houdt meer vocht in de bodem
- Zaai eventueel op 50 cm of zelfs op 37,5 cm (met behoud van 95.000 korrels per ha)
- Teeltrotatie en groenbedekkers als tussenteelt: meer organische stof betekent meer vocht in de bodem
Naast deze teelt-technische maatregelen is de rassenkeuze ook uiterst belangrijk. Limagrain werkt al jaren aan het kweken van droogtetolerante maïsrassen. Deze rassen krijgen het label HYDRANEO. Dit moeten ze echter verdienen.
De wetenschap achter het label HYDRANEO
Omdat droogtetolerantie al meer dan 10 jaar zeer actueel is, heeft Limagrain een gepatenteerde methode ontwikkeld om de droogtetolerantie te evalueren en deze te gebruiken in de ontwikkeling van nieuwe rassen.
Droogtetolerante HYDRANEO-maïsrassen: de sleutel tot betaalbare productie van melk en vlees
1. Op meer dan 120 locaties, van West- tot Oost- Europa, zijn researchpercelen uitgerust met 4 toestellen om de droogte- en hittestress te meten:
- Tensiometers stellen vast hoeveel vocht de toplaag kan vasthouden
- Pluviometers geven de neerslaghoeveelheid per dag weer
- Hygrometers geven de vochtigheid in de lucht weer
- Thermometers meten de temperatuur en dus de hittestress zowel in de bodem als op verschillende planthoogtes
Op die manier kunnen we vaststellen in welke periodes de stress het grootst is.
2. Selectie van Hydraneo-rassen op percelen met droogtestress
Als we al deze informatie in beeld gebracht hebben, kunnen we exact aanduiden welke percelen te kampen hadden met stress (droogte en hitte) in de belangrijkste periode voor de
maïs, namelijk vanaf de bloei totdat de korrels gevuld zijn (2e helft augustus). Dit gebeurt via een computermodel. De stressfactor wordt aangegeven door een bepaald getal tussen 0 en 100.
Stresstolerantie is de capaciteit van een variëteit om haar opbrengstpotentieel te behouden, ook in stresscondities.
3. Variëteiten die na minstens 3 jaren met droogtestress 10 tot 20 % meeropbrengst geven t.o.v. de getuigenrassen, krijgen het label HYDRANEO
We krijgen vaak de vraag of er niet gewoon via merkers in het labo kan geselecteerd worden naar droogtetolerantie. Jammer genoeg is het kenmerk ‘droogtetolerantie’ een kenmerk
dat door erg veel genen wordt weergegeven. Men kan in een labo beperkt het potentieel van een hybride onderzoeken naar droogtetolerantie, maar dit kan enkel maar bevestigd
worden door veldproeven.
De rassen die zich binnen de blauwe cirkel bevinden, krijgen het HYDRANEO-label.