
08 oktober Eindelijk betere graanprijzen
De voorbije oogst wordt wellicht de meest rendabele van de laatste jaren. De opbrengst van de wintergerst was matig maar die van de tarwe was meestal goed. Intussen is het 3 jaar lange status quo van lage graanprijzen stevig doorbroken. De tarwe- en gerstprijzen noteren zowat 40 €/ton hoger dan vorig jaar en dat maakt het graanrendement – met dank aan de droogte op grote schaal – hoger dan voorzien. In onderstaand artikel gaan we even dieper in op de fundamentals van de hogere graanprijzen en proberen we ook een blik te werpen op de nabije toekomst.
Laagste Wereldwijde graanoogst sinds 2013
De wereldwijde tarweoogst wordt geraamd op 700 miljoen ton, wat 35 miljoen ton lager is dan vorig jaar. Meteen is dit de laagste tarweproductie van de jongste 5 jaar. Hoewel er ook een paar procent minder granen uitgezaaid waren, is uiteraard de droge, warme zomer de grootste oorzaak van de lagere globale opbrengsten. De grootste daling wordt opgemeten in Rusland, Oekraïne, China en de Europese Unie. De EU laat een wisselend beeld zien met correcte opbrengsten in Zuid-Europa (bv. Spanje +2,6 miljoen ton) maar anderzijds lage opbrengsten in de meer noordelijk gelegen lidstaten zoals Denemarken, Zweden, Duitsland, Polen en de Baltische Staten. Meer veraf is vooral de situatie in Australië heel precair. In het oosten van Australië heerst de grootste droogte in 50 jaar tijd. Bijgevolg stijgt de graanprijs daar nog sterker dan in Europa. Australië is van oudsher een van de grote graanexporteurs ter wereld. Dat wordt nu alvast heel wat minder. De overheid in Australië verwacht een export van 15 miljoen ton, wat de laagste is in 10 jaar tijd. Het dient vermeld dat Australië ook vorig jaar te kampen had met een lange droogteperiode.
In de gerst is het verhaal nauwelijks anders. In België viel de oogst wat tegen maar dat was ook het geval in meerdere landen in Europa en niet in het minst in Rusland en Oekraïne. Voor brouwgerst bijvoorbeeld komt in bepaalde gevallen de normale bevoorrading in het gedrang. Samengevat daalt het stockniveau wereldwijd tot op het niveau 2013-2014 wat als een significante daling kan beschouwd worden.
Naar stabiel hoge graanprijzen?
De fundamentals voor correcte graanprijzen 2018-2019 zijn goed. De productie is in een grote regio duidelijk lager dan voorzien. Anderzijds moeten we er wel rekening mee houden dat gebruik van granen in de veevoeders intussen afneemt, gezien de substitutie door o.a. korrelmais waarvan de prijsstijging lager zal zijn. Maar de optelsom wordt sowieso een significant lagere stock van de granen. Gezien ook Rusland en Oekraïne dit jaar in de klappen delen, vergroot onze concurrentiepositie voor export naar NoordAfrika en het Midden-Oosten, die zowel voor de EU als voor beide geciteerde landen onze klassieke afzetgebieden voor granen zijn. Maar ook hier is er een kanttekening te maken. Onze concurrentiepositie hangt uiteraard ook af van de euro/ roebel-verhouding. Deze verhouding is immers op 8 maand tijd met 15 à 20 % gestegen, wat Europa wat duurder maakt om makkelijk te exporteren.
Mondiale maisoogst blijft op hoog niveau
De prognoses geven aan dat de wereldwijde maisopbrengst die van vorig jaar licht zal overtreffen. In Europa wordt de totale opbrengst wat naar beneden bijgesteld. Vooreerst werd 4% minder korrelmais verbouwd en de opbrengst per hectare is lager. De belangrijkste landen met lagere korrelmaïsopbrengsten zijn Frankrijk, Duitsland, Denemarken, Polen en Tsjechië.
In de grote korrelmaïsproducerende landen Hongarije en Roemenië ziet de situatie er goed uit. De Russische productie wordt 9% lager ingeschat dan vorig jaar. In Oekraïne zag het er eerst naar uit dat de droogte zou leiden tot een zwakke maisoogst, maar dat is door de overvloedige neerslag van de laatste weken volledig gekeerd. Oekraïne zal terug veel maisgraan exporteren. Aan de andere kant van de wereld, met name in Brazilië, Argentinië en Oekraïne worden behoorlijke maisopbrengsten verwacht. In de VS – goed voor 40% van de wereldwijde korrelmaisproductie – wijzen de eerste oogstresultaten op een goede maisoogst. Dus het globale maisplaatje lijkt nogal stabiel.
Alles wijst erop dat de wereldwijde productie terug boven de magische grens van 1000 miljoen ton uitkomt. Daardoor zullen de hoge stockniveaus niet significant kunnen dalen, hoewel het gebruik voor de veevoeders wat groter zal zijn. Vanuit de maisteelt zullen dus wellicht geen grote prijsondersteunende elementen ontstaan voor de tarweprijs.
China: grote stocks geïmmobiliseerd
Een speciaal geval in de graanwereld is de Chinese situatie. China beschikt over grote stocks wintergraan maar deze stock is strategisch en voor de rest van de wereld geïmmobiliseerd. Hierbij stellen we vast dat de Chinese stock op 10 jaar tijd geëvolueerd is van 28% naar 52% van de wereldstock. Of anders gezegd, meer dan de helft van de wereldwijde stock speelt niet mee in het vraag- en aanbodverhaal.