30 december Hoe meer melk uit ruwvoeder, hoe beter het saldo per koe

(Deze tekst is gebaseerd op het artikel “Ruwvoermelk, terug van weggeweest!” van Hein Smolders uit Melkveebedrijf van oktober 2022 en de Liba-nieuwsbrief: Economie & Melken
Q3-2022)

Het voedersaldo (melkgeld min voederkosten) bevindt zich al maanden op een zeer hoog niveau. Verdient een melkveehouder met een hoge productie per koe dan ook automatisch veel geld? Door de hoge melkprijs zouden we bijna vergeten dat ook de krachtvoederprijzen torenhoog zijn. Meer dan ooit komt het positieve voedersaldo dus door de productie van ruwvoedermelk.

Uit een analyse van boekhoudcijfers van de afgelopen vier jaar door adviesbureau Liba blijkt dat het verband tussen de totale melkproductie en een hoog saldo per koe afneemt. Dit terwijl het verband tussen de ruwvoermelk en het saldo per koe toeneemt. Dit is grotendeels te verklaren door het feit dat het aandeel van de krachtvoerkosten in de totale voederkosten behoorlijk stijgt. Hierdoor wordt het steeds aantrekkelijker om veel melk te kunnen produceren vanuit ruwvoer.

Kosten ruwvoederproductie in verhouding minder gestegen dan kosten krachtvoeder

Het laatste jaar zijn de kosten van krachtvoeder met meer dan 30% gestegen. De kosten van ruwvoederproductie ontsnapten hier ook niet aan, denk maar aan de toegenomen
energie- en kunstmestprijzen. De ruwvoederkosten zijn echter in mindere mate gestegen dan die van het krachtvoeder. Hierdoor is het aandeel van de krachtvoerkosten in de totale voerkosten toegenomen. Met andere woorden wordt het steeds aantrekkelijker om veel melk te kunnen produceren vanuit ruwvoer.

Kwaliteit ruwvoeder bepalend voor ruwvoedermelkproductie

Om veel melk uit ruwvoeder te produceren zijn ruwvoeders van uitstekende kwaliteit noodzakelijk. Om de invloed van ruwvoer in uw rantsoen te laten zien, geeft een korte berekening veel inzicht. Ga ervan uit dat twee keer hetzelfde rantsoen gevoerd wordt waarbij alleen de ruwvoerkwaliteit de afwijkende factor is. Het ene rantsoen heeft ruwvoer met een VEM-gehalte van 920, waar het andere rantsoen hoge kwaliteit ruwvoer van 980 VEM per kg droge stof bevat. Onderstaande berekening laat de invloed van dit verschil in VEM zien.

  • 920 VEM x 12 kg DS-opname = 11.040 VEM-opname uit ruwvoer
  • 980 VEM x 13,5 kg DS-opname = 13.230 VEM-opname uit ruwvoer
  • 13.230 – 11.040 = 2.190 VEM verschil
  • 2.190 VEM/470 VEM (gemiddelde VEM nodig per liter melk) = potentieel verschil 4,5 liter melk

Ruwvoer met 60 VEM meer geeft de koe dus de potentie om 4,5 liter melk per dag meer te produceren. Dit komt mede doordat een koe van kwalitatief hoger ruwvoer meer op kan
nemen. Vaak zijn de smakelijkheid en verteerbaarheid hoger en ook is de verzadigingswaarde lager (hoe lager deze waarde, hoe meer de koe kan opnemen). Hierdoor heeft de hogere
kwaliteit een dubbel effect: het dier neemt meer kilo’s droge stof op en deze hebben een hogere voedingswaarde. Of de koe deze potentiële 4,5 liter melk meer ook daadwerkelijk gaat produceren, hangt natuurlijk ook nog van andere factoren af (zoals klauwgezondheid, lactatiestadium etc.).

VEM-gehalte cruciaal bij rassenkeuze maïs

Dat de kwaliteit van ruwvoeder een directe invloed heeft op het inkomen van de veehouder is duidelijk. Dat het echter niet altijd eenvoudig is om ruwvoeder van topkwaliteit met hoge VEM-gehaltes te produceren is uiteraard ook correct. Heel veel factoren spelen een rol bij ruwvoederproductie en inspelen op het veranderende klimaat is een grote uitdaging.

Toch kan u als veehouder met de rassenkeuze van maïs op een eenvoudige en laagdrempelige manier al een grote stap in de goede richting zetten. Kies voor een maïsras met een hoog VEM-gehalte per kg drogestof. Een maïskuil met een hoog VEM-gehalte zal rechtstreeks voor een hoge ruwvoedermelkproductie zorgen. In de energetische opbrengst per ha zitten zowel de opbrengst als het VEM-gehalte van een maïsras vervat. Dit is dus een zeer goede basis voor de rassenkeuzen bij maïs.


LG 31.205 het ras met de hoogste VEM-kuilen

Om veel melk uit ruwvoeder te produceren, heeft u een maïskuil met veel VEM’s nodig. In iedere hap maïs die de koe binnenspeelt moet zoveel mogelijk VEM per kg droge stof
zitten want de koe kan niet onbeperkt eten. Het ras dat hiervoor het best past, is het vroegrijpe ras LG 31.205. Door zijn vroegrijpheid (FAO 200) wordt dit ras zeer vaak na de oogst van een snede gras gezaaid. LG 31.205 is het ras met het hoogste VEM-gehalte uit het LG-gamma. Dit komt door zijn hoog zetmeelgehalte in combinatie met een uitstekende verteerbaarheid van de stengel en de bladeren. Dit resulteert in een zeer geconcentreerde kuil. LG 31.205: krachtvoeder op stam!

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang onze nieuwtjes in je mailbox.

    privacy Beleid.