
07 februari Uw vragen over de maïsteelt en voederbieten tijdens onze online agromeeting
Tijdens onze voorbije online agromeeting op 13 januari kregen we heel wat vragen van de kijkers. Hieronder vindt u de antwoorden die betrekking hebben op de maïsteelt en voederbieten.
DE MAÏSTEELT
Hebben late maisrassen geen hogere opbrengst dan vroegrijpe maïsrassen?
Dat klopt inderdaad maar het verschil is niet heel erg groot. Als je kijkt naar de resultaten van de rassenproeven van het Varmabel-netwerk (zie Landbouwleven van 13 januari), dan stel je vast dat de gemiddelde opbrengst van alle vroege rassen (FAO t.e.m. 225) op 23,1 ton ligt en het gemiddelde van de latere groep (FAO +230) op 23,5 ton ligt. Dus dit verschil was niet zo groot dit jaar. Afhankelijk van je eigen situatie kan je gerust een later ras zaaien (bv. type Clementeen). Als je dit ras tijdig kan inzaaien, op gronden die warm zijn, dan kan je vlot een hoge opbrengst oogsten eind september/begin oktober (afhankelijk van het seizoen). Bij gelijke zaai in zeer goede omstandigheden bereikt een laat ras zijn 34-36% droge stof slechts 5 dagen later dan een vroeg ras. Maar het is zo dat wanneer we plotseling een koude regenperiode krijgen in de laatste week, dat dan alles wordt uitgesteld. Met de mogelijke risico’s van dien.
Waarom zaait men in België nog zo weinig op 50 cm rijafstand? Deze zaaiafstand geeft toch meer opbrengst. Zou het geen idee zijn om dit breder aan te kaarten onder de landbouwers?
Inderaad, een zeer goede opmerking. Zaaien op 50 cm, en behoud van de zaaidichtheid van 95.000 korrels per ha, heeft erg veel voordelen: betere N-benutting, iets kortere planten en dus minder legering, een snellere grondbedekking en dus minder verdamping, betere onkruidonderdrukking, de maïs zal een iets hoger kolfaandeel hebben, en ook iets vroeger oogstklaar zijn. Nadeel: het is moeilijk te dorsen. Het lukt wel zeer goed om te hakselen.
We kaarten dit voortdurend breed aan, ook bij alle proefveldbezoeken. Maar het zou interessant zijn mochten er meer zaaimachines met 50 cm tussenrijafstand beschikbaar zijn. Dit komt nog niet zo vlot van de grond.
Kunnen Hydraneo-rassen en rassen die met Starcover behandeld zijn met minder stikstof toekomen? Zou er met deze rassen na de oogst een lager nitraatresidu overblijven in de bodem?
Hydraneo-rassen en rassen met Starcover behandeld hebben altijd een uitgebreider wortelstelsel. Ze zullen dus wel wat extra stikstof kunnen opnemen en dit zal positief zijn richting nitraatresidu.
Als je een nog betere onttrekking wil van de N uit de bodem, dan kan je overwegen om te zaaien op 50 cm tussenrij i.p.v. 75 cm tussenrij (weliswaar ook aan 95.000 korrels per ha). Bij 50 cm zal je een veel grotere overlapping hebben van de bodem, en dus een betere N-opname.
Welke zaaidichtheid adviseer je voor korrelmais?
Voor korrelmais adviseren we bij heel vroege zaai: tot 25 april, maximaal 100.000 korrels, zeker niet meer. Vanaf 25 april maximaal 95.000 korrels. Op goede gronden mag je van beide adviezen nog 5000 korrels aftrekken.
Wat verwacht men van het nieuwe ras LG 32.257? Is dit de nieuwe LG 30.258?
Het ras LG 32.257 is effectief een ras dat vergelijkbaar is met de LG 30.258, maar toch wel wat vroeger. Waar de LG 30.258 een FAO 230 heeft, is de LG 32.257 eerder een FAO 225 (of 220 als kuil). Dit ras had in 2021 in het CIPF-netwerk (alle nieuwe rassen worden hier getest) de allerhoogste kuilopbrengst van de vroege rassen en ook de allerhoogste korrelopbrengst van alle rassen.
Zaaiadvies: max. 95000 korrels per ha.
Welke korrelmaïsrassen zijn het meest geschikt voor gebruik als vogelvoer?
Vogels hebben een voorkeur voor een kleinere en ronde korrel. Ik zou daarom de variëteit Crosbey aanraden.
Ik zaaide vorig jaar op bijna al mijn maispercelen het ras LG 31.276 als hakselmais. Door de goede maisopbrengst vorig jaar dorste ik 1,5 ha mais die gezaaid werd op 25 mei na een zware snede raaigras. De opbrengst bedroeg 16 ton per ha aan 34 % vocht. Welk ander ras kan ik dit jaar proberen?
Eerlijk gezegd zou ik het houden bij de LG 31.276. Dit is een zeer stevig ras, en vooral zeer stabiel over alle jaren heen. Of het nu koud en nat is of heet en droog, dit ras doet het altijd goed. Als hakselmaïs heb je steeds een hoge voederwaarde (ook met veel zetmeel) en als korrelmaïsras is dit ras de referentie.
VOEDERBIETEN
Kunnen voederbieten in hun geheel, zonder te versnijden, aan melkkoeien gevoederd worden?
Volledige, onversneden voederbieten vervoederen kan zeker, maar dit geldt niet voor alle rassen. Hiervoor adviseren we de wat zachtere rassen, zoals Rialto, Monbrun en Blaze.
Is het aangeraden om echte voederbieten te gebruiken voor het inkuilen samen met mais? Of kies ik hier toch beter voor een suikerbiettype?
Als je bieten wil inkuilen samen met maïs, dan heb je het volgende nadeel: de voederbieten zijn nog niet volgroeid op het moment dat je de maïs hakselt (eind september) en als je wacht totdat de voederbieten volgroeid zijn (eind oktober tot ver in november afhankelijk van het weer), dan zal de mais overrijp zijn. Zelfs een laat ras zal dan overrijp zijn.
Als u toch kiest voor mengkuilen, dan adviseren we het ras Tarine. Dit is een harder type, maar nog steeds rood en geen suikerbiettype. Dus met heel wat minder tarra. Zoals u weet, is zand, tarra of as een echte vijand van VEM-waarde.
U kan ook de voederbieten gewoon oogsten en op een hoop leggen … En in april kan u de resterende voederbieten vermalen en inkuilen met de eerste grassnede.