
08 februari Webinar LG Seeds – ons antwoord op uw vragen over maïs
Zoals beloofd tijdens de uitzending van onze webinar zouden wij op korte termijn terugkomen met een antwoord op alle gestelde vragen over maïs, suikerbieten en het Europees landbouwbeleid. En dit waren er heel wat.
Hieronder vindt u alle vragen en antwoorden betreffende maïs.
Gras en snijrogge als voorteelt voor maïs
Andy: Verbruikt snijrogge evenveel water uit de bodem als Italiaans raaigras?
In vergelijking met Italiaans raaigras zal er na een snede snijrogge meer bodemvocht achterblijven. Met andere woorden, voor dezelfde opbrengst zal snijrogge minder water verdampen dan Italiaans raaigras. Ook voor andere graansoorten is de verdamping (liter water/kg droge stof) efficiënter dan bij Italiaans raaigras. Daarnaast heeft snijrogge een andere wortelstructuur dan Italiaans raaigras. De wortels van snijrogge gaan zeer diep terwijl Italiaans raaigras een zeer dichte maar minder diepgaande wortelstructuur heeft. Hierdoor zuigt snijrogge meer water van dieper uit de bodem terwijl Italiaans raaigras intensief water uit de toplaag verbruikt. Het gevolg hiervan is dat de bovenste 30 cm van de bodem en het zaaibed voor maïs na de oogst van Italiaans raaigras meestal meer uitgedroogd zijn dan bij snijrogge.
Hans: Is snijrogge op het gebied van voederwaarde een goed alternatief voor Italiaans raaigras?
De voederwaarde van Italiaans raaigras is duidelijk hoger dan deze van snijrogge. Zowel het VEM-gehalte als het DVE (darmverteerbaar eiwit) zijn duidelijk beter bij Italiaans raaigras. Zowel voor productief melkvee als voor de intensieve vleesveehouderij geniet Italiaans raaigras dus duidelijk de voorkeur.
Het EAG-mengsel Greencover Gras-rogge bestaat uit 77% snijrogge en 23 % Italiaans raaigras. Greencover gras-rogge is een ideaal compromis tussen de voederwaarde van Italiaans raaigras en het watersparend vermogen van snijrogge.
Dirk: Wat is de maximale lengte om Italiaans raaigras, als voorvrucht voor maïs, te maaien in het voorjaar?
Veel meer dan de lengte van het gras zijn het vooral het tijdstip en de weersomstandigheden die het maaitijdstip moeten bepalen.
“Het advies is om maïs na een snede gras te zaaien vóór 5 mei.”
Zeker in droge omstandigheden kan er vanaf eind april niet langer gewacht worden om het gras te maaien. De ervaring leert dat de extra grasopbrengst die na eind april nog gewonnen wordt, volledig ten koste gaat van de maïsopbrengst later in het jaar.
Dirk: Wat is het ideale moment om gras als groenbemester te vernietigen in het voorjaar?
Algemeen kan men stellen dat de groenbemester best minstens 4 weken vóór de zaai van de hoofdteelt vernietigd wordt. In de praktijk zal dit ook afhangen van de keuze voor mechanische of chemische vernietiging. Bij mechanische vernietiging van het gras zal de bodem meer draagkracht nodig hebben dan bij het chemisch doodspuiten van de zode. Het tijdstip van mechanische vernietiging zal dan automatisch later zijn. Vaak wordt gras als groenbedekker rond half maart vernietigd. Dit zorgt er enerzijds voor dat de bodem snel bewerkt kan worden in het voorjaar en anderzijds dat het gras de bodem niet te ver laat uitdrogen.
Maïsrassen
Kuilmaïsrassen
Paul: Ik zaaide vorig jaar als proef het ras Kinsley. Dit is een geweldige massamais met een zeer goed kolfaandeel. Het ras heeft echter een hele hoge kolfinplanting. Zorgt dit voor meer kans op legering?
Kinsley (FAO 235) is inderdaad een massaal kuilmaïsras met een zware kolf. Bij een felle groeispurt in het voorjaar bestaat de kans op een hoge kolfinplanting maar dit hoeft niet noodzakelijk voor legering te zorgen. Er zijn verschillende soorten legering zoals wortellegering, zomerlegering, legering door fusarium en stengelbreuk. De kans op stengelbreuk in september kan wel wat hoger zijn bij een hoge kolfinplanting. In de Varmabel-rassenproeven van 2019 werd de legergevoeligheid van Kinsley getest maar die bleek niet hoger te zijn dan het gemiddelde van alle rassen.
Massale rassen zoals Kinsley mogen wel iets minder dik gezaaid worden dan zeer vroege rassen. In de meeste gevallen zal een zaaidichtheid van 90.000 zaden per hectare voldoende zijn bij de inzaai van Kinsley.
Axel: Welke rassen raden jullie aan voor loonwerkers? We zaaien maïs op verschillende gronden en veel van onze klanten zien graag een grote en massale maïs.
Loonwerkers zijn gebaat bij allround rassen. Rassen met een mooie look die zowel voor de kuil als voor de korrel geoogst kunnen worden en die op alle gronden goed presteren. Hiervoor adviseren we in het bijzonder deze 3 rassen:
LG 31.205 (FAO 200): Dit is een zeer vroegrijp ras voor de zaai na een snede gras of zaai na 5 mei. Het is een lange massale plant met een hoge drogestofopbrengst voor de kuil en een hoge korrelopbrengst.
LG 31.219 (FAO 210): Het sterke punt van dit Hydraneo-ras is zijn droogtetolerantie en opbrengststabiliteit waardoor dit ras ook op de minder goede percelen correcte opbrengsten zal geven. Het is bovendien een dubbeldoelras, waardoor u met LG 31.219 alle richtingen uitkan.
LG 30.258 (FAO 225): Het meest gezaaide ras van België omwille van zijn zeer hoge opbrengsten in de korrel en de kuil. LG 30.258 is een massale maïs die ondertussen een vaste waarde is geworden op de Belgische akkers.
Bert: Welke maïsrassen kunnen bij zaai na een snede gras al vóór 15 september geoogst worden? Dit indien de uiterste inzaaidatum voor vanggewassen (MAP 6) vervroegd zou worden.
De huidige regelgeving rond MAP 6 stelt dat een vanggewas na maïs uiterlijk op 15 oktober ingezaaid moet zijn. Wanneer dit zou vervroegen naar 15 september, zou er sowieso voor zeer vroegrijpe maïsrassen gekozen moeten worden. Zeker wanneer deze maïs gezaaid moet worden na een snede gras.
Korrelmaïsrassen
Stefanie: Wat zijn de verschillen tussen Crosbey en LG 31.219? Wij zaaien maïs voor de drogerij en niet voor CCM. Welke variëteit is aangeraden?
Beide rassen kunnen gezaaid worden om als droge korrel te oogsten. Crosbey (FAO 200) is iets vroeger rijp dan LG 31.219 (FAO 210) en zal bijgevolg een lager vochtgehalte hebben bij de oogst. Het opbrengstpotentieel van LG 31.219 is dan weer iets hoger dan dat van Crosbey. Beide rassen hebben een goede droogtetolerantie. Bij zaai na 15 mei geniet Crosbey wel de voorkeur boven LG 31.219 omwille van zijn vroegrijpheid.
Antoon: Wat met Sunshinos als korrelmais?
Sunshinos is ondertussen een gevestigde waarde als vroegrijpe korrelmaïs (FAO 200). Het ras is al een aantal jaren oud maar heeft zich al veelvuldig bewezen in het verleden. Het laat nog steeds mooie opbrengsten optekenen in de praktijk. De sterke punten van Sunshinos zijn stevigheid en een laag vochtgehalte bij de oogst.
Droogte en Hydraneo-rassen
Axel: Hoe lang zijn de Hydraneo-rassen al opgenomen in de rassenproeven?
LG 30.215 was het eerste Hydraneo-ras op de Belgische markt. Het ras werd in 2013 voor het eerst getest in de korrelmaïsproeven van het CIPF. Daarop volgden LG 31.219, Crosbey, LG 31.256 en LG 31.272. De komende jaren zullen er steeds meer Hydraneo-rassen getest worden in de rassenproeven.
Silke: Waarom worden niet enkel Hydraneo-rassen verkocht?
Maïsrassen ondergaan eerst een zeer strenge selectie waarin ze hun droogtetolerantie moeten bewijzen alvorens ze het Hydraneo-label krijgen. Ze moeten zich echt onderscheiden in zeer droge omstandigheden. Slechts een beperkt aantal rassen slaagt hiervoor.
André: Hoe presteren Hydraneo-rassen in jaren met veel neerslag?
Hydraneo-rassen presteren evenwaardig aan andere rassen in normale jaren of jaren met veel neerslag. Bij ernstige droogteproblemen hebben ze wel een meeropbrengst ten opzichte van andere rassen. Het Hydraneo-label is dus als een gratis verzekering voor droge jaren en droge percelen.
Femke: Wanneer u vroegrijpe maïsrassen zaait en er treedt droogte op, dan valt de groei van deze rassen stil. Is dit effectief zo en is het dan niet beter om een later ras te zaaien?
Dit is vooral afhankelijk van het tijdstip waarop de droogte, al dan niet in combinatie met hitte, optreedt en hoelang de droogte blijft aanhouden. Droogte is het schadelijkst tijdens de periode van de bloei tot de kolfvorming. Wanneer een bepaald maïsras net in deze kritische periode zit bij het toeslaan van de droogte, zal de schade groter zijn. De laatste jaren zagen we dat het ene jaar de vroege rassen er het best uitkwamen en het andere jaar de late rassen. Er zit dus geen lijn in wat betreft vroegrijpheid. Belangrijker is het om vroeg te zaaien met een droogtetolerant ras.
Starcover-Force-zaadontsmetting
Fons: Zorgt Starcover ook voor een meerwaarde in een “normaal” seizoen en wat denkt u over bio-stimulantia?
Ja, in 2017 werd de Starcover-coating getest op de proefhoeve Bottelare van de UGent. 2017 was een relatief “normaal” seizoen met hoge maïsopbrengsten. In de vergelijkende proef bleken de maïszaden ontsmet met Starcover een meeropbrengst te geven van 4,5% voor de korrel en 5,2% in de kuil.
De maïsteelt staat voor een aantal niet te onderschatten uitdagingen zoals de steeds strenger wordende mestwetgeving, langere periodes van droogte en hitte en het wegvallen van zaadontsmettingen. Bio-stimulantia zullen steeds belangrijker worden om de groei van de maïsplant te ondersteunen bij deze uitdagingen.
Antoine: Wordt er aan de Starcover-Force-ontsmetting ook zink en mangaan toegevoegd?
Neen, zink en mangaan zitten in de Korit Pro-zaadontsmetting voor een betere groeistart. Bij Starcover-Force is dit niet nodig omdat Starcover zelf al 2 groeistimulantia bevat, namelijk een biopolymeer en een bacteriecultuur. Deze zorgen voor betere wortels van bij de kieming waardoor de maïsplant de sporenelementen zink en mangaan zelf beter uit de bodem zal kunnen halen.
Guido: Volstaat de Starcover-Force-ontsmetting als bescherming tegen ritnaalden bij inzaai na oud weiland?
Dit is afhankelijk van de omstandigheden. Wanneer er voldoende bodemvocht aanwezig is en er niet dieper dan 3 tot 5 cm gezaaid wordt, zou de Starcover-Force-ontsmetting moeten volstaan. Het is belangrijk dat maïsplanten vanaf de zaai meteen goed kunnen doorgroeien. Daarom is het aangewezen om bij hoge druk van ritnaalden niet te vroeg te zaaien zodat de maïs geen groeistilstand kent door koude omstandigheden.
Joris: Waarom mogen maïszaden ontsmet met Starcover-Force niet dieper dan 3 tot 5 cm gezaaid worden voor de bescherming tegen ritnaalden?
De werkzame stof van Force 20 CS met werking tegen de bodeminsecten komt vrij in de grond als een soort damp die rond de korrel blijft hangen. Deze dampbel zal het kiemplantje beschermen tot 3 à 5 cm boven en onder het zaadje. Zaait u dieper, dan komt de dampbel niet helemaal tot aan het bodemoppervlak en kunnen ritnaalden het kiempuntje nog net onder de oppervlakte opeten.
Eddy: De Starcover-Force-ontsmetting wordt aangeraden na gras maar is een zaaidiepte van 3 cm dan wel voldoende in droge omstandigheden?
In droge omstandigheden kan er naar een zaaidiepte van 5 cm gegaan worden. Het insecticide heeft namelijk ook bodemvocht nodig om goed te kunnen werken. Bij nog diepere zaai zal de werking van het bodeminsecticide niet langer volstaan.
Joseph: Volstaat een zaaidiepte van 3 cm om vogelschade te vermijden?
Veel belangrijker dan de zaaidiepte zelf is het feit dat alle zaden op dezelfde zaaidiepte zitten. Een ongelijke zaaidiepte trekt kauwen en kraaien namelijk nog meer aan. Ook velden waarvan de zaden onvoldoende aangedrukt zijn, maken veel meer kans op vogelschade. Problemen hiermee zijn vaak terug te brengen tot een zaaibed dat onvoldoende fijn klaargelegd werd in combinatie met droogte. In moeilijke omstandigheden en een groot riscico op vogelschade kan er naar een zaaidiepte van maximaal 5 cm gegaan worden.